Dit najaar worden alle paardenliefhebbers in de cinema verwacht, want eindelijk wordt er nog eens een echte ‘paardenfilm’ uitgebracht, ‘The Horse Whisperer’. Een film óver paarden in plaats van de zoveelste film met paarden ... althans dat is toch de bedoeling geweest van regisseur en hoofdrolspeler Robert Redford. De verwachtingen zijn alvast hoog gespannen, temeer daar Redford op de medewerking kon rekenen van een aantal indrukwekkende namen uit zowel de paarden- als de filmbusiness.
Het boek waarop The Horse Whisperer is gebaseerd was het debuut van Nicholas Evans, in het Nederlands uitgebracht als ‘De Paardenfluisteraar’. Men kan gerust stellen dat dit boek voor een ware revolutie in paardenmiddens heeft gezorgd. Niet zozeer om de inhoud van de roman, dan wel om het bij het grote publiek introduceren van het begrip ‘paardenfluisteraars’ en alles wat ermee te maken heeft. Alternatieve methoden die helemaal niet nieuw waren, konden hierdoor plotseling rekenen op grote belangstelling. Verscheidene paardenafrichters - al willen ze zelf niet zo genoemd worden - waarvan de werkwijze ook maar iets of wat van de klassieke rijkunst afweek, noemden zich op slag ‘paardenfluisteraar’ om van het gigantische succes te kunnen meegenieten.
Het boek
Nicholas Evans, een Britse filmproducent en scenarioschrijver wiens carriere enigszins in het slop zat, hoorde via een hoefsmid toevallig over het bestaan van Amerikaanse ‘paardenfluisteraars’. Geïntrigeerd door het verhaal besloot hij een poosje naar de States te trekken om materiaal te verzamelen voor een volgend filmscenario. Zo ontmoette hij een aantal alternatieve paardentrainers en raakte gefascineerd door hun manier van omgaan met paarden. Bij zijn terugkeer in Engeland wou hij echter meer en meer details en achtergrondinformatie beschrijven dan in een filmscenario mogelijk was. Stilaan begon hij erover te denken zijn ideeën te verwerken in een roman. Maar Evans, die nooit eerder een boek had geschreven, wou wel weten of hij op de goede weg was. Daarom gaf hij de eerste hoofdstukken ter lezing aan een bevriend literair agent. Deze was zo onder de indruk dat hij het materiaal naar een zevental Britse uitgevers stuurde. De gevolgen waren spectaculair : nog voor de roman af was werden voor Evans’ debuut fenomenale bedragen geboden door de verschillende uitgeverijen. Voor de Amerikaanse rechten werd een recordbedrag betaald, vertaalrechten aan zeventien landen brachten uiteindelijk zo’n 293 miljoen Belgische frank op. De filmrechten gingen, na een veiling waaraan ook Steven Spielberg meedeed, naar Robert Redford die er maar liefst drie miljoen dollar voor over had. Al bij al ontving Evans acht miljoen dollar, nog voor het boek in de winkel lag !
Ongeacht of de film in Europa bij het grote publiek zal aanslaan, zal hij ongetwijfeld het sneeuwbaleffect van het boek - en het op een ándere manier omgaan met paarden, verderzetten. Ondanks maandenlange noteringen in de boeken top tien en goede verkoopscijfers is en blijft ‘De Paardenfluisteraar’ een gewone roman, al is het er dan één die handelt over paarden... We moeten ons dan ook niet te veel illusies maken en veronderstellen dat alle paardenliefhebbers dit boek hebben gelezen. Misschien is de roman wel een beetje geworden tot de ‘Wilde zwanen’ of ‘De naam van de roos’ van deze laatsten, namelijk een boek dat in de boekenkast MOET staan, uitgelezen of niet.
Wie via ‘De Paardenfluisteraar’ echt iets over de fluistertechnieken hoopt bij te leren, komt nochtans bedrogen uit. Na een veelbelovend begin wordt slechts een tipje van de sluier opgelicht en wie geïnteresseerd is moet daarna zelf op onderzoek uit. De roman mikt ongetwijfeld op een zo ruim mogelijk lezerspubliek en niet zozeer op diegenen die louter geïntrigeerd zijn door de titel. Het boek werd bij verschijnen in 1995 dan ook aangekondigd als ‘een universele roman over de liefde’ ; een buitengewone vertelling over loutering en genezing - een bijzondere, emotionele reis die onze verbondenheid met de ongetemde natuur blootlegt.
De film
De grote troef van de film is ongetwijfeld de invloed van Robert Redford die naast de hoofdrol ook nog eens de productie en de regie voor zijn rekening nam. Redford, zelf al van kindsaf paardenliefhebber, kondigde aan ervoor te zullen zorgen dat ‘The Horse Whisperer’ ieders gevoel ten aanzien van het paard zal beïnvloeden. Nog iets ambitieuzer beweert de filmmaatschappij met deze film eenieders leven te zullen veranderen... In Europa zal de impact binnenkort blijken.
Het scenario van ‘The Horse Whisperer’ werd bewerkt door Eric Roth, de man die ook verantwoordelijk was voor het script van het megasucces Forrest Gump, en Richard LaGravenese die zijn sporen reeds verdiende met het script van The Bridges of Madison County.
Robert Richardson zorgde voor de fotografie.
De bekendse tegenspelers van Robert Redford zijn Sam Neill en de Britse Kristin Scott Thomas.
De paarden
Buck Brannaman werd aangezocht als technisch adviseur op paardengebied. Brannaman moest er met andere woorden voor zorgen dat alle paardenscenes zo authentiek mogelijk in beeld kwamen. Brannaman, al jaren een begrip in de trainerswereld, leerde de kunst van levende legendes als Tom Dorrance en Ray Hunt. Redford, helemaal gewonnen voor zijn filosofie, vertrouwde op Brannaman om elke beweging, zowel te paard als tijdens het grondwerk, uit te voeren zoals het een echte paardenfluisteraar betaamt. Al talloze keren liet Redford verstaan hoezeer hij zelf onder de indruk is van de prestaties van deze jonge cowboy. Na het draaien van ‘The Horse Whisperer’ brengt Redford deze alternatieve manier van omgaan met paarden in de praktijk op zijn ranch in Utah, waar hij al jarenlang - tussen zijn acteerwerk door - paarden fokt en berijdt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij niets liever wou dan de miljoenen ruiters waar ook ter wereld laten kennismaken met deze zienswijze.
Naast persoonlijke begeleiding van Robert Redford zorgde Brannaman ook voor een aantal van de vijfendertig in de film acterende paarden, ondermeer het paard ‘Rimrock’ dat Redford berijdt tijdens de film.
Buck Brannaman werd tijdens het filmen bijgestaan door zijn collegatrainer Curt Pate, die op zijn beurt ook een aantal paarden voor ‘The Horse Whisperer’ aanbracht. Feit is ongetwijfeld dat beide trainers meer dan gemotiveerd waren. Misschien nog meer dan voor Robert Redford is dit hún kans om het grote publiek te laten kennismaken met hun opvattingen over het paard, hun respect ervoor en hun zachtaardige trainingsmethoden. Redfords bijna drie uur durende film zou immers meer kunnen veranderen dan zij ooit zouden kunnen door jarenlang werk...
Ook Rex Peterson, één van Hollywoods beroemdste paardentrainers (ondermeer van ‘Black Beauty’ uit de gelijknamige film) werkte mee aan ‘The Horse Whisperer’. In tegenstelling tot Buck Brannaman en Curt Pate staat Peterson bekend als een traditionele trainer.
Rex Peterson stond voornamelijk in voor de stunts van de vijf paarden die ‘Pilgrim’, het paard waar het allemaal om draait, spelen. Een hele uitdaging, aangezien een groot aantal scenes met de onhandelbare en mensenschuwe Pilgrim voornamelijk agressie van de paarden vroegen. Volgens de trainer kan men deze agressie slechts verkrijgen van goed getrainde paarden, die eerst geleerd hebben de mens te gehoorzamen, alvorens tegen hem te vechten. Zo werd er voor de scenes met Robert Redford slechts één van de vijf ‘Pilgrim’-paarden gebruikt, namelijk de veertienjarige quarter Hightower. Hij was het enige paard dat betrouwbaar genoeg was om na een ‘aanval’ op de mens ogenblikkelijk weer braaf en kalm te worden. De meeste paarden, hoe goed getraind ook, hebben na een aanval toch een tijdje nodig om weer af te koelen.
Spectaculaire stunts en speciale effecten zijn er in ‘The Horse Whisperer’ in overvloed, bijzonder voor Hollywood is wel dat er geen enkel paard op geen enkel moment tijdens het filmen in gevaar is gebracht. De hele film - hoe kan het ook anders - is op en top paardvriendelijk gedraaid. Dat was vroeger wel even anders, toen paarden die speciaal gebruikt werden voor de aanvals- en agressiescenes zo onhandelbaar werden gemaakt dat ze vaak na het draaien van een film werden afgemaakt. Voor één van de sleutelscenes in ‘The Horse Whisperer’, het verkeersongeluk waarbij twee paarden en hun amazones terechtkomen onder een vrachtwagen, werden naast een aantal stuntpaarden twee computergestuurde dummies gebruikt.
Voor het realistisch in beeld brengen van Pilgrims wonden en hun genezingsproces, werden make-upspecialisten bijgestaan door een team van veeartsen. Paarden werden net als alle andere acteurs, uren geschminkt voor ze op de set kwamen.
Eerste kritieken
In de Verenigde Staten waar ‘The Horse Whisperer’ op 15 mei reeds in premiere ging, waren de perskritieken alvast lovend. Journalisten die na het lezen van het boek reeds ietwat bevooroordeeld waren en een melodramatische film verwachtten, kwamen toch positief verrast uit de filmzaal. Redford wordt alom geprezen om zijn zeer geslaagde regie en insiders beweren deze keer dat de film beter is dan het boek... Geen stroperige film, wel één die ontroert en mensen laat nadenken, net wat Redford wou. Het weidse landschap van Montana wordt alle eer aangedaan door de prachtige fotografie die de nadruk legt op het contrast tussen het donkere, benauwde New York City en de natuur van het paradijselijke Westen. Ook de acteerprestaties worden bejubeld.
Afwachten wat de film in Europa met de van de States zo verschillende (en veel minder bestaande) paardencultuur zal teweegbrengen...
In België is de officiële releasedatum van ‘The Horse Whisperer’ woensdag 11 november.
De Vlaamse Vereniging voor Ruitertoerisme organiseert een avant-premiere te Mechelen op maandagavond 9 november. Inlichtingen en ticketreservaties 300 BEF : V.V.R. , Lostraat 76, 9850 Merendree, tel. 09/371.69.00.
Het verhaal
Een enorme truck met oplegger rijdt door een besneeuwd landschap. Niet ver van de weg gaat een meisje op haar paard door de maagdelijk witte heuvels. De sneeuw knispert onder de hoeven, maar hier en daar, ook bij de kruising waar de truck nadert, is het verraderlijk glad... In enkele seconden wordt het leven van een gezin verwoest.
Hoewel de dertienjarige Grace en haar paard Pilgrim ernstig gewond zijn, overleven ze beide het ongeluk. Maar hun leven zal nooit meer hetzelfde zijn.
Grace is het enige kind van de prominente Newyorkse journaliste Annie en van Robert, een jurist. Zonder dat ze aanvankelijk begrijpen waarom, is hun aller lot afhankelijk van dat van Pilgrim. Het dier is dermate getraumatiseerd dat de veearts die zijn leven heeft gered, daar inmiddels spijt van heeft. Annie weigert echter het paard af te laten maken. Ze voelt dat er dan ook in Grace iets zal sterven. En dus gaat ze op zoek naar heling en genezing.
Haar odyssee brengt haar - met kind en paard - bij een bijzondere man : Tom Booker, de paardenfluisteraar. Hij is een man als uit een sprookje. Zijn stem kalmeert wilde paarden, zijn aanraking brengt rusteloze zielen tot kalmte.
Omdat mannen als hij zachte woorden fluisteren in de nerveuze oren van een paard, noemde men hen vroeger paardenfluisteraars. Tom Booker, die over deze gave beschikt, zal nu zijn grootste uitdaging aangaan.
In de weken die volgen zullen de levens van alle betrokkenen voor altijd veranderen : dat van Grace en Annie, dat van Pilgrim , het paard - maar ook dat van Tom Booker.
Présentation - Critique
PrésentationCalendrier - Rendez-vous - Films "chevaux" - Autres films - Liens - Seul ?Qui, de nos jours, n’a pas encore entendu parler du " Horse Whisperer "viendra sûrement d’une autre planète.
Le roman de Nicolas Vans est un best-seller et a été pendant des mois un de livres le mieux vendu. Un livre sur les chevaux qui n’a pas seulement su capter l’intérêt des cavaliers mais également celui du grand public.
On peut dire que ‘L’homme qui murmurait à l’oreille des chevaux " a beaucoup secoué le monde équestre. Les méthodes (dites) alternatives comme le " Natural Horsemanship ", " Danser avec les chevaux " - qui existent depuis plusieurs années - ont profité de cet engouement. Bien que Monthy Roberts soit le plus connu des "Horse Whisperer" en Europe, plusieurs autres ont également employé cette dénomination à des fins commerciales.
Les droits du film ont été vendus à Robert Redford pour trois millions de dollars. Il est lui-même dans son temps libre un grand cavalier et amateur de chevaux. Redford a donc produit et dirigé ce film et en est aussi la vedette principale. En coulisse c’est Buck Brannaman - un entraîneur de chevaux de réputation mondiale - qui était "l’homme de cheval " principal. Il devait faire en sorte à ce que les scènes avec les chevaux soient les plus réalistes possible.
Les vraies stars du film sont sans aucun doute les chevaux. Le rôle de " Pilgrim " - le cheval autour duquel le film a été construit - a été joué par quatre Quarter Horses différents. Au total il y a eu 35 chevaux actifs sur le plateau. Pour une des scènes clés du film - un accident de trafic ou deux chevaux et leurs amazones étaient écrasés par un camion - on a construit des dummies (répliques) des chevaux (comme ceux de Jurassic Parc).
Il y a beaucoup d’effets spéciaux dans le film, mais tous ont été réalisés sans le moindre risque pour les chevaux. Pour les scènes - très réalistes - des plaies et cicatrices de Pilgrim, les meilleurs spécialistes de make-up ont été assistés par une équipe de vétérinaires. Aucun frais ni aucune peine n’ont été épargnés pour faire de ce Disney-film un succès garanti.
" L’homme qui murmurait à l’oreille des chevaux " vise un double public. D’une part l’histoire d’amour qui se déroule dans les paysages grandioses du Montana et qui va certainement attirer un nombreux public et d’autre part on espère amener les amateurs de chevaux dans les salles de cinéma avec la promesse que ce film va changer la vie de chacun. L’ambition de Robert Redford était de soigner à ce que ce film entrerait dans l’histoire du cinéma en tant que film de chevaux qui influencerait chacun dans sa relation envers eux. Inutile de dire que les espoirs pour cette production de nonante millions de dollars sont énormes…
texte de Kim Moeyerson secrétaire de la VVR
par Alain Willemart
Les “murmureurs” sont ces hommes de cheval capables d’apaiser les chevaux fous, soi-disant en leur chuchotant à l’oreille des paroles rassurantes... En réalité, ce sont des dresseurs appartenant à l’école des “nouveaux maîtres” : Pat Parelli et autres Monty Roberts qui ont recours à l’éthologie (étude des moeurs animales) pour diagnostiquer le problème du cheval rétif et agir en fonction de ce que “dit” l’animal, à travers son langage corporel. Notez que la même thérapie existe pour les humains : sophrologie et kinésiologie ne sont rien d’autre que le décodage des messages émis par le corps, ou plutôt à travers le corps, par la personne, à l’insu de celle-ci. Robert Redford s’est attaqué à un sujet délicat, d’autant plus que le grand blond (avec une santiag) de ces dames était à la fois devant et derrière la caméra. Le résultat est vraiment surprenant.
Grace Mac Lean (Scarlett Johansson), une adolescente new yorkaise de 14 ans, est victime d’un dramatique accident de cheval dans lequel elle perd sa meilleure amie ainsi que sa propre jambe. Son cheval, blessé, survit à ses blessures, mais il s’est mué en brute sauvage que personne n’approche plus désormais. De retour chez elle, Grace n’a plus goût à rien. Elle refuse de lutter pour vaincre son infirmité. Désemparée, sa mère (Kristin Scott Thomas), réalise qu’elle est en train de perdre sa fille unique et n’entrevoit qu’une seule issue pour la sortir de son repli sur elle-même : l’impliquer dans la guérison psychologique de son cheval. Pour cela, elle plante à New York son avocat de mari ainsi que son job de rédac’ chef d’un magazine à la mode ; emprunte un van et part avec sa fille dans le Montana pour y trouver Tom Booker (Robert Redford), éleveur et “murmureur” de son état.
Le cheval fou a, semble-t-il, bien résisté aux 3.000 km de route, sans sortir une seule fois de son van, ventilé comme une bétaillère sur les cols enneigés du Dakota du Sud, sans couverture, sans nourriture, sans eau (?!)... Bon c’est le seul point noir du film, passons l’éponge.
A l’arrivée : choc des cultures, choc des civilisations, choc des paysages, choc des mentalités... Deux new-yorkaises débarquant dans les pâturages désolés et montagneux des éleveurs de bétail, cela donne toujours un contraste saisissant. Redford réinvente avec finesse les habituels clichés du far west, avec ses vaches, ses barbelés, ses ranches perdus, ses torrents gonflés par les crues, et, bien entendu, ses cow-boys contemporains. Quoique... pas si modernes que ça, les gardiens de troupeaux : ils se déplacent encore à cheval ! Ouf, donc. Le Montana est sans doute trop sauvage et trop accidenté pour être sillonné uniquement en Jeep. Et c’est là toute la force du film : allier harmonieusement à l’opportunité du présent le mode de vie passé - et archi-connu - des cow-boys. On redécouvre le mythe western sous un jour nouveau, dans un environnement superbe, et, somme toute, assez inhabituel pour ce genre de scènes : nous sommes loin des plaines infinies et éternellement ensoleillées du Texas, loin des déserts du Nevada et des défilés du Colorado. Moins loin déjà de la forêt des trappeurs ou des pics enneigés des Rocheuses truffées de mines d’or désertées... Et pourtant, ce n’est pas encore ça : ici, le décor est grandiose mais il a quelque chose d’intime, une sorte de beauté intérieure : l’air est frais, la lumière sibylline, le pays encaissé, l’herbe haute, les vallées sont étroites et vertes, les arbres clairsemés et les gens paisibles (si, si : des cow-boys sans Colt et sans Winchester !).
La guérison très lente de “Pilgrim”, le cheval de Grace, oblige les deux citadines à prolonger leur séjour. Et ce sont des saisons entières qui se déroulent sous leurs yeux (et les nôtres) : c’est le temps nécessaire à Grace pour opérer sa lente métamorphose intérieure. Sa mère subira une métamorphose d’un autre ordre : on ne voisine pas impunément le grand Redford, dont le registre oscille toujours entre jeune premier et vieux beau.
La prestation de Kristin Scott Thomas est assez inattendue dans ce rôle de mère tendre. Redford s’est taillé un rôle sur mesure. Finalement, c’est la jeune Scarlett Johansson qui se démarque le plus. Le scénario offre une jolie histoire d’amour et une leçon de vie dont le cheval n’est, il faut l’admettre, que le prétexte.
Les amateurs purs et durs de dressage et de nouveaux maîtres auront donc le droit de se plaindre. Fidèle à son habitude, Redford a manifestement cherché à réaliser un film à thème précis mais ouvert à tous, c’est-à-dire relativement ciblé sans négliger pour autant l’impératif commercial obligeant à ratisser large. Cela dit, 2h40’ (c’est la durée du film) d’images sur le travail du dresseur dans un rond de longe, auraient probablement assoupi les plus mordus d’entre nous... Non ? L’approche “murmure” est pourtant très correctement rendue. Il faut admettre que Redford s’y entend plutôt bien : les transitions entre défense et soumission du cheval sont particulièrement réalistes et surtout, éclairent le novice (que je suis) sur le temps, le calme et la patience indispensables à ce genre de travail.
Le film heurtera inévitablement les inconditionnels du roman de Nicholas Evans (comme tous les films tirés de romans), mais il présente par rapport à ce dernier une caractéristique supplémentaire indéniable : cette production présente un réel danger à être regardée, car au sortir de la salle obscure, on risque véritablement de tout plaquer ici, d’embarquer avec son cheval pour le Montana et d’y finir ses jours en beauté ! Vous avez dit “rêve américain” ? Je pars demain !
texte extrait du n° 267 de la revue HippoNews